Gepubliceerd op 31-03-2017

Voosbinkie, -gozer

betekenis & definitie

Voosbinkie, -gozer - vriend (minnaar) van een prostituée (niet noodzakelijk haar souteneur).

. . .die mafketel van een Herman is een voosbinkie van dat ouwe lijk.- Haring Arie, De sarkast (1989)

Met oneindig veel moeite werden de geheime voosbinkies van Magere ossie gevonden en omzichtig benaderd. - A.C. Baantjer, Doden spreken niet (1981)

< >