Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie S
- slappeling
- slapstick
- slapte
- slash
- slaven
- slavenarmband
- slavendrijver
- slavenhandel
- slavernij
- slavin
- slavink
- Slavisch
- slavist
- slavistiek
- slazwierder
- slecht
- slechten
- slechterik
- slechtgehumeurd
- slechtgezind
- slechtheid
- slechthorend
- slechtnieuwsgesprek
- slechts
- slechtvalk
- slede
- slee
- sleedoorn
- sleeën
- sleehak
- sleep
- sleep-in
- sleepboot
- sleepcontact
- sleepdienst
- sleepkabel
- sleeplift
- sleeptouw
- sleepvaart
- sleepvliegen
- sleepwagen
- sleet
- sleetje
- sleets
- sleg
- slem
- slempen
- slenk
- slenteren
- slepen
- slepend
- sleper
- slet
- sleten
- sletvrees
- sleuf
- sleur
- sleuren
- sleurhut
- sleutel
- sleutel-op-de-deur
- sleutelbeen
- sleutelbloem
- sleutelbos
- sleutelen
- sleutelfiguur
- sleutelgat
- sleutelgeld
- sleutelhanger
- sleutelkind
- sleutelpositie
- sleutelrol
- sleutelroman
- sleutelwoord
- slib
- slibzuiger
- slicen
- slick
- sliding
- sliep
- sliepen
- sliepuit
- slierasperge
- slieren
- sliert
- slijk
- slijm
- slijmbal
- slijmbeurs
- slijmen
- slijmer
- slijmerig
- slijmklier
- slijmvlies
- slijp
- slijpen
- slijperij
- slijpsel
- slijpsteen
- slijtage
