Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie B
- biologeren
- biologie
- biologisch
- biologisch-dynamisch
- bioloog
- biomassa
- biomechanica
- biometrie
- biometrisch
- bionica
- biopic
- bioplastic
- biopsie
- biopt
- bioritme
- bioscoop
- biosfeer
- biotechniek
- biotechnologie
- bioterrorisme
- biotoop
- bipartiet
- bips
- bis
- bisam
- bisamrat
- biscuit
- bisdom
- biseksueel
- bisjaar
- bismut
- bisschop
- bisschoppelijk
- bisschoppensynode
- bisschopswijn
- bissen
- bistro
- bit
- bitch
- bitcoin
- bitje
- bitmap
- bits
- bitter
- bitter lemon
- bitterbal
- bittergarnituur
- bitterkoekje
- bitterkruid
- bittertje
- bittervoorn
- bitterzoet
- bitterzout
- bitumen
- bitumineus
- bivak
- bivakkeren
- bivakmuts
- BiZa
- bizar
- bizon
- bj.
- blaadje
- blaag
- blaam
- blaar
- blaarkop
- blaartrekkend
- blaas
- blaasbalg
- blaasinstrument
- blaasjeskruid
- blaaskaak
- blaaskapel
- blaasontsteking
- blaasorkest
- blaaspijp
- blaaspijpje
- blaasproef
- blaasworm
- blabla
- black box
- Black Friday
- black tie
- black-out
- blackjack
- blad
- bladblazer
- bladderen
- bladerdeeg
- bladeren
- bladgoud
- bladgroen
- bladgroente
- bladkoper
- bladluis
- bladmuziek
- bladplant
- bladselderie
- bladspiegel
