Surinaamse muziekstijl, in de jaren zestig voortgekomen uit de bigi-poku, dat op zichzelf weer een Surinaamse verbastering van New Orleans jazz was. De gesyncopeerde beat van deze muziek wordt onder invloed van de calypso strakker en de improvisaties van de blazers verdwijnen.
In de jaren zeventig verdwijnt deze vorm van kaseko, als de inwoners van het Surinaamse binnenland hun eigen amusementsmuziek 'sekete' in de kaseko integreren, waardoor deze een stuk sneller en ritmisch complexer wordt. Voorbeelden van groepen zijn Cosmo Stars en Exmo Stars.
