Gepubliceerd op 20-07-2020

Smid

betekenis & definitie

van den Germ. wt. smi = in metaal arbeiden, smeden. Hierbij smijdig-, wat gemakkelijk smeedbaar is, dus niet stug, maar week, buigzaam. De werkplaats van den smid heette smisse, Got. smithjo (van smithon = smeden); in ’t Ohd. smitta, waarvan de tt bij ons in ss overging; vgl. kilt en kits. Later bracht men dit smisse, dat dus van ’t w.w. zelf is afgeleid, in verband met smid, en zoo ontstond smidse.

< >