van den wt. skal, ons zullen, in de bet. van verschuldigd zijn: ,,gij zult gehoorzamen” = gij zijt schuldig te gehoorzamen. Schuld is dus het verschuldigde, en schuldig zijn bet. dus: iemand iets te betalen hebben. Zoo bet.: hij is schuldig aan dien moord: hij moet voor dien moord betalen (n.l. de boete, het weergeld); hieruit ontstond later het begrip van de oorzaak zijn: hij is de schuld van dien moord, de schuld van dat ongeluk (vgl.: „hij heeft schuld aan dien moord” is oorspr.: „hij heeft de boete te betalen, als de oorzaak, de dader er van” ; zoo kon schuld hebben in bet. overgaan als: de oorzaak zijn.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk