Gepubliceerd op 20-07-2020

Opdoemen

betekenis & definitie

Oorspr. een woord van de Noordhollandsche schippers, waarmee zij te kennen gaven, dat de kust, het land, enz., door straalbreking en luchtspiegeling zichtbaar wordt (fata morgana); bij uitbreiding ook, dat het land in ’t zicht komt, zich voordoet, en verder meer fig.: onverwachts verschijnen. — Men houdt het woord voor een afleiding van doom = damp, dus: uit den damp opkomen. Vgl.: „het landschap lag in middagdoom.”