Gepubliceerd op 20-07-2020

Ootmoed

betekenis & definitie

Het 2e lid is hier: gezindheid (zie Moed) en ’t eerste lid is in ’t Os. othi = gemakkelijk, niet stug, gedwee; het bet. dus: vriendelijke gezindheid en wel

1°. van iemand tegenover zijn minderen (thans verouderd, bijv.: Gods ootmoed jegens de zondaren; „ootmoedich God!”) en
2°. de thans gebruikelijke bet.: de gezindheid van iemand jegens zijn meerderen, dus deemoed; God dienen met ootmoed.