Gepubliceerd op 21-02-2019

Charles van beveren

betekenis & definitie

Charles van Beveren geb. Mechelen 6 april 1809, overl. Amsterdam 16 september 1850.

Leerling van de Antwerpse en Mechelse Akademies. Was sinds 1828 te Amsterdam woonachtig.

Zijn werk was van zeer goede kwaliteit, wat blijkt uit zijn zeer fijn geschilderde portretten en genre­stukken. Heeft ook kopieën vervaardigd, o.a. naar Jan Steen. Was volgens aantekeningen van tijd­genoten een zeer zachtaardig en tevens goed mens.

Ging om gezondheidsredenen naar Italië en be­studeerde daar de oude meesters. In 1834 begaf hij zich andermaal naar Italië, vervolgens bracht hij een bezoek aan Parijs.

Huwde in 1849 en stierf een jaar later aan maagkanker.

Tentoonstellingen te Amsterdam en Den Haag van 18281849: portretten; genrestukken, w.o. kinderen in de winter aan het strand met een slede; biddende non; harpspeel­ster; peinzende monnik; Judith met het hoofd van Holophernes; enz. Rooms-katholieke kerk (H. Antonius van Padua) Amsterdam: tafereel uit het leven van de heilige Antonius (1849). Rijksmuseum Amsterdam: een dames-, een herenportret en het afscheid van een soldaat. Museum Fodor Amsterdam: harpspeelster; muziek­avondje bij lamplicht: enige portretten en kopieën naar J. Steen. Rembrandt, G. Metsu enz.; een kerkinterieur te Milaan (sepia). Museum Boymans-van Beuningen Rotter­dam: Ecce homo.

Astrea 1853 (blz. 141/142); Huebner; Immerzeel; Kramm; Luns; Marius; Plasschaert; Scheen; Thieme-Becker; Van Hall I; Voorlopige lijst der Nederlandsche Monumenten V2: Wurzbach.