Augustus Christiaan Hauck geb. Mannheim 3 maart 1742, overl. Rotterdam 28 januari 1801. Leerling van zijn vader Jacob Hauck.
Reeds op jeugdige leeftijd kwam hij naar Nederland (Maastricht 1763), vertrok daarna naar Leiden (1768), waar hij huwde (1770), en vertrok na enige jaren (±1776) voorgoed naar Rotterdam. In 1781 corrector van het Rotterdams Teken Genootschap; in 1794 hoofdman van het St. Lucasgilde.
Schilderde en tekende (pastel) portretten, gaf ook tekenlessen. Gaf o.m. les aan C. Bakker, J. Bemme Adrz. en G. J. Verburgh.
Tentoonstelling van portretminiaturen Rotterdam 1910: een kinderportret, waterverf op ivoor (A: C: H:).
Rijksmuseum Amsterdam: enkele portretten. Rijksprentenkabinet Leiden: 2 portretten (tekeningen). Bibl. Prov. Gen. Den Bosch: een boerenvrouw (pentek. en waterverf).
Immerzeel; Luns; Plasschaert; Scheen; Thieme-Becker; Van Hall I; Wurzbach.
