Augustus Allebé (‘August’) geb. Amsterdam 19 april 1838, overl. Amsterdam 10 januari 1927. Leerling van P. E. Greive en van de Amsterdamse Akademie (1854); naderhand ontving hij raadgevingen van C. Rochussen (1856) en in 1857 was hij leerling van de Ecole des Beaux-Arts te Parijs, waar hij zich bekwaamde in het lithograferen o.l.v. A. Mouilleron.
In 1860 vertrok hij weer naar Amsterdam en maakte, meestal in de zomer,“studiereisjes, w.o. naar Leiden, Dongen, Andernach, Brussel (van 1868-70). In 1863 werd hij lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. In 1870 benoemd tot hoogleraar. Later, van 1880-1906, was hij directeur van de Rijksakademie te Amsterdam. Hij behaalde o.m. in 1861 op de Haagse expositie een eremedaille.
Schilderde genrestukken en stillevens, ook heeft hij aquarellen, litho’s en tekeningen gemaakt.
Hij signeerde A. A.of Allebé. Gaf les aan M. A. Alandt, M. E. G. Ansingh, P. F. N. J. Arntzenius, jhr J. Berg, G. Bergsma, W. C. C. Bleckmann, A. Bleijs, F. Bobeldijk, J. P. P. Bodifee, J. Bokhorst, Tjerk en Tjeerd Bottema, J. L. Bouman, J. C. Braakensiek, C. Brandenburg, H. Brautigam, C. A. Breitenstein, G. H. Breitner, F. H. Broeksmit, C. de Bruin, M. A. H. van der Burg, J. H. Coster, M. E. Cremers, J. J. Damme, C. B. Dankmeijer, G. Derksen, H. A. Dievenbach, Jhr M. B. W. Dittlinger, E. L. H. van Doesburgh, E. D. van Duimen Krumpelman, G. G. E. E. Eberhard, H. Ellens, J. Eriks, D. G. Ezerman, A. F. H. Falise, J. H. Fekkes, E. Frankfort, A. B. Frielink, M. Ch. L. Fritzlin, J. Gabrielse, S. Garf, J.H. Geerlings, D. Gestel, L. Gestel, A. H. Gouwe, J. M. Graadt van Roggen, A. J. Ie Gras, A. C. Gijswijt, C. H. Hammes, H. J. Haverman, M. Heineken, J. D. Hendriks, J. Heijse, G. W. ten Hoet, F. Hogerwaard, N. G. Honig, A. van Houten, A. L. Hubrecht, C. Huizinga, P. Janssen, L. J. Jordaan, J. H. Jurres, M. Kelting, G. J. H. Kerkhoff, J. L. Kleintjes, H. Koetser, D. Komter, A. H. Koning, L. A. Kortenhorst, C. Kool, K. van Leeuwen, A. J. P. Levolger, J. van der Linde, J. Lohr, J. van Looij, B. Lopes de Leao, J. H. Makkink, C. J. Maks, C. C. van Manen, W. M. Mans Jbzn., G. H. Marius, A. Markus, J. H. Maronier, W. Martens, K. J. C. Maijer, F. G. L. du Mee, D. W. Meeles, H. E. Mees, M. S. J. van Meeteren Brouwer, P. Meinders, Ch. A. Moen, W. W. Moes, A. H. J. Molkenboer, S. Moulijn, J. A. van Mourik, G. G. Muller, J. A. C. Mijnssen, J. H. F. C. Nachtweh, E. F. Nieuwenhuis, C. H. J. van Nifterick, G. van Nifterick, W. H. van Norden, A. H. Obreen, F. G. W. Oldenvelt, F. H. van Oostveen, J. E. Osieck, E. M. Peters, D. H. van der Poll, B. J. C. Pothast, B. L. Prins, C. Pruijs van der Hoeven, P. Puijpe, W. P. ter Reehorst, M. E. van Regteren Altena, B. Repelius, G. W. Ch. Rueter, J. E. J. Rutgers, E. R. D. Schaap, S. van der Schaar, G. E. Schwartze, A. C. Sleeswijk, J. C. B. Sluijters, A. Smeerdijk, H. Smith, D. Smorenburg, C. R. H. Spoor, G. J. Staller, G. F. Sterre de Jong, J.F. Sterre de Jong, E. Stoffers, Jhr J. L. Storm van ’s-Gravesande, J. Stumpf, J. H. Teixeira de Mattos, W. B. Tholen, J. C. Tiele, J. Th. Toorop, L. L. van der Tonge, M. W. van der Valk, E. Verwoert, J. P. Veth, T. Visser, G. J. J. van Vliet, J. Voerman sr, H. W. N. Volmar, D. de Vries Lam, J. M. van de Vijsel, N. van der Waay, H. A. van der Wal, M. W. Wandscheer, H. Weegewijs, B. H. ter Weeme, Th. ter Weeme, A. M. Wegman, G. B. J. Westermann, J. B. A. Westerwoudt, J. G. Weijand, M. J. M.
Wiegman, B. W. Wierink, W. J. Willemsen, W. E. J. Willink, W. A. Witsen, E. S. Wittkamp jr, H. Wouters, P. Th. van Wijngaerdt, A. C. Wijnstroom, J. Zoetelief Tromp.
Tentoonstellingen te Groningen 1860, Den Haag 1861, Utrecht 1861, Amsterdam 1862, Rotterdam 1862, Leeuwarden 1863 enz. tot 1879: aan het ziekbed; geen leeslust; vroeg ter kerk; het eerste bezoek; de leerling; de laatste; een wachter; bij de dokter; moeders dwingeland; de koortsdag; de appelmarkt te Amsterdam; de vluchteling; de overdenking; portret; pianostemmer; sabbat; wever; kraambezoek; het kleine St. Jorisgilde te Dongen (N.Br.); diverse portretten; het dagelijks brood; mediterend meisje; aan het ziekbed; enz. Rijksmuseum Amsterdam: vroeg ter kerke; het welbewaakte kind; jongedame (schets); oud vrouwtje uit een kelderwoning tredend met een vuurtest in de hand; stilleven (Indische muilen, een pijp en andere dingen op een wit laken). Museum Willet-Holthuysen Amsterdam: 4 portefeuilles met schetsen; portefeuille met litho’s. Stedelijk Museum Amsterdam: het kind der armen; page; koffiemolen; oude vrouw; zelfportret: twee aapjes op tafel (aquarel); enige bruiklenen, w.o. interieur te Dongen; museumbezoek en enige schetsen. Haags Gemeentemuseum: schuurtje bij Dongen, 1867; vrouw met kinderen en kuikens, 1870; loerende tijger. 1911; tekeningen en grafisch werk. Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: figuurstuk, tuinhoekje. Museum Dordrecht: Lethe.
Teylers Museum Haarlem: de jonge poesjes en enige aquarellen. Rijksmuseum H. W. Mesdag Den Haag: de oude zaalwachter. Museum Stania State Oenkerk: meisje met poes in de stal. Museum Fodor Amsterdam: zelfportret. Gemeentearchief Amsterdam: de overgave der sleutels van de stad Amsterdam aan Napoleon (O.I. inkt-tekening naar Van Bree).
Rijksprentenkabinet Amsterdam: een groot aantal tekeningen en aquarellen, w.o. studies naar vrouwelijke naakten; jongetje op een kruiwagen (ged. Laren 1853); liggende leeuw; kop van een neushoorn; kop van een aap enz. Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: damesportret (gem. Aug. Allebé, 1856); stilleven met pollepels (gem. Allebé MDCCCC); 113 aquarellen en tek.
Derkinderen, ‘De Rijks-Academie v. B.K.' te Amsterdam (1908); Elsevier 1896 (XII, A. G. C. van Duyl), 1916 (UI, C. Veth), (LV, C. Veth), 1926 (LXXI, J. Knoef), 1927 (LXXXIII, R. W. P. de Vries Jr.); Hist. Galerij II (blz. 215); Kunstkronijk 1859 (blz. 62), 1860 (blz. 42), 1865 (blz. 42), 1867 (blz. 46), 1871 (blz. 66), 1873 (blz. 62); Onze Kunst 1901 (I blz. 34); Schildersboek 1900 (deel IV) Van Hall I en II. Knoef; Luns; Lurasco; Maandblad voor Beeldende Kunsten (januari 1928 mr. M. F. Hennus); Marius; Plasschaert; Scheen; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.