Amerikaans dichter, *31.12.1936 Atlanta (Georgia). Major studeerde aan het Art Institute te Chicago.
Hij had daarna allerlei baantjes voordat hij zich aan het schrijven wijdde. Van 1958 -61 gaf hij de Coercion Review uit; terzelfder tijd werkte hij mee aan o.a. deJournal of Black Poetry. Major was betrokken bij verscheidene experimenten met creatief schrijven als hulpmiddel in het onderwijs. Zijn poëzie werd m.n. voor de Amerikaanse negerbevolking geschreven en heeft een militant karakter. In de tweede helft van de jaren zeventig verschenen zijn gedichten niet in boekvorm, maar publiceerde Major ze in bladen als Saturday Review, The New York Times Book Review en Poetry. Werken: The fire that burn in heaven (1954), Love poems of a black man (1964), Human juice (1965), All night visitors (1969; verhalen), Swallow the lake (1970), As black slang. A dictionary of Afro-American talk (1971), Symptoms and madness (1971), Private line (1971), The Cotton Club: new poems (1972), NO (1973; roman), The syncopated cakewalk (1974), Emergency exit (1979).
LITT. O.Coombs (red.), We speak as liberators (1980); H.Vendler, Part of nature, part of us (1980).
