(Repoblika Malagasy, République Malgache), republiek bestaande uit het eiland Madagascar en enkele kleine eilanden, 400 km van de Afrikaanse oostkust,
581540 km2, 8,96 mln. inw. Hoofdstad: Antananarivo.
POLITIEK
President Didier Ratsiraka slaagde er niet in de economie tot voldoende ontwikkeling te stimuleren. Het ontwikkelingsplan van 1978, waarbij via staatsboerderijen en boerencoöperaties het land in zijn eigen voedselproduktie zou voorzien, mislukte volledig. De bureaucratische aanpak en de grootscheepse corruptie zouden daar schuld aan gehad hebben. Als gevolg daarvan groeide de sociale onvrede en werden verscheidene komplotten gemeld, o.a. in febr. 1980.
Monja Joana, oprichter en leider van de MONIMA (Mouvement National pour l’lndépendance de Madagascar), had in juli 1977 zijn beweging teruggetrokken uit de regeringscoalitie het Front National pour la Défense de la Révolution Socaliste Malgache (FNDR). In het najaar van 1980 riep hij op tot een nationale staking; hij werd echter gevangengenomen. Er braken rellen uit aan de universiteit, waar studenten en docenten ook protesteerden tegen de stuntelige wijze waarop de democratisering van het onderwijs en de vervanging van het Frans door de volkstaal was ingevoerd. Nieuwe onlusten braken uit in de hoofdstad in febr. 1981. Vooral scholieren gingen toen de straat op om tegen de stijgende voedselprijzen te protesteren. Joana distantieerde zich van de rellen en sloot zich in mrt. weer bij het FNBR aan. In nov. was het in het land weer bijzonder onrustig en in het voorjaar van 1982 werden er bloedige botsingen tussen boeren en politie gemeld in het noorden van het eiland.
Ratsiraka volgde op buitenlands vlak een ongebonden koers. De elf belangrijkste westerse industrielanden, verenigd in de Club van Parijs, stonden Malagasië in mei 1981 een herschikking van zijn leningen toe. Vooral de Franse president Mitterrand zette zich hiervoor in. De betrekkingen met de VS, die in 1975 onder het vriespunt waren gedaald nadat de regering een NASA-volgstation bij de hoofdstad had gesloten, werden in nov. 1980 genormaliseerd. Maar ook de relaties met de communistische landen en met de linkse regimes in Afrika werden ontwikkeld. Vanaf 1979 kocht Malagasië Russische legervliegtuigen aan.
Russische en Noordkoreaanse instructeurs namen de opleiding van het leger op zich. Ministers die kritiek leverden op de invloed van de Oostbloklanden en op de collectiviseringspolitiek van Ratsiraka werden in jan. 1982 vervangen. Kort daarop verijdelde het leger een poging tot staatsgreep. Zuid-Afrika werd medeplichtigheid verweten.
Op 7.11.1982 vonden er presidentsverkiezingen plaats. Joana was de enige tegenkandidaat van Ratsiraka. Het demissionaire staatshoofd werd met 80 % van de uitgebrachte stemmen herkozen voor een ambtsperiode van zeven jaar. Op
14.12.1982 riep Joana op tot een algemene staking om kracht bij te zetten aan zijn eisen: het annuleren van de door hem betwiste verkiezingsuitslag en het uitschrijven van nieuwe verkiezingen. Diezelfde dag nog werden in de hoofdstad winkels geplunderd. De volgende dag werd Joana uit de Opperste Raad van de Revolutie (CSR) gestoten, waarvan hij na zijn rehabilitatie sinds 7.8.1981 lid was. Hij werd vervolgens onder huisarrest geplaatst en geïnterneerd in een militair kamp. Op 15.8.1983 werd hij weer vrijgelaten. Bij de parlementsverkiezingen van 28.8.1983 won de partij van de president, de AREMA, 117 van de 137 zetels (de oude Nationale Volksvergadering telde 133 zetels). De MONIMA van Joana won slechts twee zetels.