Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Gammasterrenkunde

betekenis & definitie

v., tak van de sterrenkunde waarin men de gammastraling van de hemellichamen bestudeert.

(e) Gammastraling is de meest energierijke straling die in het heelal wordt geproduceerd; zij heeft een golflengte korter dan ca. 0,01 nanometer (10-11m) en kan alleen buiten de dampkring van de aarde worden waargenomen. Dit kan niet met behulp van een gewone telescoop gebeuren, aangezien de golflengte van de gammastraling daarvoor te klein is (de fotonen gaan tussen de atomen van een spiegel door, zodat er geen reflectie optreedt en er dus geen beeld kan worden gevormd). Men maakt gebruik van vonkenkamer-detectoren, waarin de gammafotonen een spoor van vonkontladingen veroorzaken. De intensiteit en de richting daarvan kunnen gemeten worden.

De eerste kosmische gammastraling werd in 1968 waargenomen door de Amerikaanse satelliet OSO-3. Deze maakte de eerste gammakaart van de hemel, waaruit bleek dat de straling het sterkst is rond het vlak van het Melkwegstelsel. Meer gedetailleerde waarnemingen werden gedaan met de eveneens Amerikaanse SAS-2 (1972) en met enkele Russische kunstmanen van het Kosmos-type. Het was echter de Europese COS-B die de gammasterrenkunde een flink stuk voorwaarts hielp. Deze satelliet kon nog gedetailleerder waarnemen en tijdens zijn onverwacht lange levensduur (1975—82) ontdekte hij een groot aantal puntbronnen.

Het grootste deel van de diffuse gammastraling komt uit het vlak van het Melkwegstelsel, waarin zich ook de sterren en het interstellaire gas bevinden. De straling ontstaat hier door interacties tussen de deeltjes van de kosmische straling (waarvan de oorsprong zelf voor een deel nog duister is) en het zeer ijle gas tussen de sterren, dat soms geconcentreerd is in de grote molecuulwolken. Daarnaast zijn er puntbronnen van gammastraling. Twee ervan blijken bij een pulsar te horen, te weten de Vela- en de Krab-pulsar. Dit zijn zeer snel om hun as draaiende neutronensterren, die als een soort vuurtoren hun straling in bundels uitzenden. Een derde bron blijkt een quasar te zijn: vermoedelijk de actieve, zeer heldere kern van een zeer ver verwijderd extragalactisch stelsel.

De overige gammapuntbronnen zijn nog niet geïdentificeerd. Nieuwe, grote gammasatellieten zullen hierover misschien opheldering kunnen verschaffen. De eerste zal de 15 t wegende Gamma Ray Observatory zijn, die in 1988 in een baan op 400 km hoogte om de aarde zal worden gebracht.