Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Gammacamera

betekenis & definitie

v./m. (-’s), (geneeskunde) toestel waarmee een afbeelding van een orgaan of orgaansysteem kan worden gemaakt door gebruik te maken van de door dit orgaan of orgaansysteem uitgezonden gammastraling (na voorafgaande toediening van een radioactieve stof aan de patiënt).

(e) In de gammacamera zit een kristal dat lichtflitsen uitzendt als het door radioactieve straling wordt getroffen. Deze lichtflitsen worden elektronisch versterkt en weergegeven op een foto. De diameter van het zichtveld van de camera bedraagt meestal 40 cm, zodat de straling uit de meeste organen in een keer op de foto (scintigram) verschijnt en het orgaan in zijn geheel wordt afgebeeld. Het scintigram geeft de intensiteitsverdeling van de door het orgaan uitgezonden straling weer (zie scintigrafie).