Singkèl - 1) hoofdrivier van Sumatra’s W.-kust, ontstaat in de residentie, Tapanoeli, bij Pamoeka, 12 K.M. van de kust, door de vereeniging van de Simpang Kanan en de Simpang Kiri, die resp. uit de Pakpaklanden en het Alasland komen. — 2) onderafd. der afd. W.-kust van Atjèh, gouv. Atjèh en Ond., verdeeld in de distr. Beneden S., Simpang Kanan, Simpang Kiri, Banjak-eilanden en het landschap Troemon met onderhoorigheden.
De bevolking, ± 16.000 zielen, is van oorsprong Bataksch (Pakpaksch, zie BATAKS); ze is over ’t algemeen niet zeer welvarend. — 3) hoofdplaats der onder 2) genoemde onderafd., vroeger gelegen op een eiland in de delta der S.-rivier, in 1905 als bestuursvestiging verlaten voor Roendèng, thans bekend als „Nieuw-Singkèl”, omdat men 1912 een nieuwe vestiging gebouwd heeft aan den vasten wal; deze plaats wordt echter door voortdurenden landaanwas bedreigd. Men heeft er post- en telegraafkantoor, Gouv. Inl. school, controleurswoning, enz. Uitvoer vooral van kamfer, benzoë en rotan; vroeger was de handel van veel meer beteekenis.