Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Loranthaceeën

betekenis & definitie

Loranthaceeën - plantenfamilie der Santalales met ongeveer 850 soorten, overwegend in de tropen voorkomend. Het zijn heesterachtige of kruidachtige half-parasieten, d. w. z. ze woekeren op andere planten, maar onttrekken er alleen anorganische stoffen en water aan. Daar ze bladgroen in de bladeren hebben, kunnen ze hun koolstofvoedsel zelf uit de koolzuur van de lucht bereiden. Er zijn slechts twee uitzonderingen bekend n.l. Phygilanthus aphyllus, die in Chili op Cactus voorkomt en een complete parasiet is en Nuytsia in Australië, een boom, die in het geheel niet parasietisch leeft.

De bloemen hebben een meest buis- of klokvormig bloemdek, bij sommige soorten helder en fraai gekleurd. Het vruchtbeginsel is onderstandig en bezit geen echten zaadknop, doch de kiem vormt zich in de bloemas en er wordt dus ook geen zaad, doch wel een soort van vrucht gevormd, waarbinnen een kiem zit. Deze vruchten worden zeer graag door vogels gegeten, ze passeeren het darmkanaal en komen dan, met slijm omhuld, met de excrementen van den vogel op de takken der boomen terecht, waar de kiem zich verder ontwikkelt en zich met een z.g. haustorium aan het hout vasthecht. Dit haustorium dringt tijdens den groei van de plant steeds verder het hout binnen en vergroeit er geheel mee. Onder de bekende geslachten behoort Loranthus, waarvan één soort, L. europaeus, in Z.-Europa op eiken en tamme kastanjes woekert (zie de plaat Woekerplanten, fig. 4) en Viscum, de Maretak of Vogellijm, waarvan bij ons één soort voorkomt.

< >