Baroskamfer

betekenis & definitie

Baroskamfer (Baroeskamfer) of Borneokamfer (kapoer baroes, Maleisch), is afkomstig van Dryobalanops Camphora (fam. Dipterocarpaceeën), een groote boom, die behalve in Borneo ook op sommige plaatsen in Sumatra en Achter-Indië voorkomt. De plant bevat in het inwendige van den stam, meest in de buurt van het merg, groote holten, waarin de kamferolie afgescheiden wordt. Eveneens kan zich meer aan de oppervlakte de olie vormen, indien de plant verwond wordt. Uit de olie scheidt zich zoowel in als buiten de plant de vaste Baroskamfer af. De olie bevat borneol en pineen. De boom, die vermoed wordt b. te bevatten, wordt omgehakt, en daarna worden in het hout de kanalen gezocht, waarin zich de stof bevindt. Deze worden vervolgd en de b. eruit gekrabd. De stof is daardoor veel duurder dan Jap. kamfer en kost thans meer dan ƒ100.per K.G. B. komt in den Europeeschen handel maar zelden voor; ze bestaat uit bijna zuivere d.-borneol, is minder vluchtig dan gewone k. en heeft ook een anderen reuk. Uiterlijk gelijkt de stof veel op gewone (Japansche) K. B. Wordt in China, Japan en Siam zeer veel gebruikt bij het balsemen van lijken en bij godsdienstige ceremoniën, ook wel als parfumerie. De olie wordt als geneesmiddel gebruikt (zie KAMFER).