Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Witt (johan de)

betekenis & definitie

Ned. regent en wiskundige, * 24.9.1625 (mogelijk 1623) Dordrecht, ✝ (verm.) 20.8.1672 ’s-Gravenhage; zoon van Jacob de Witt. Sinds 1655 was De Witt gehuwd met Wendela Bicker.

In 1647 werd hij advocaat te ’s-Gravenhage, in 1650 pensionaris van Dordrecht. De Witt was de samensteller van de Deductie, die Holland ter tafel bracht in de eerste Grote Vergadering. In 1653 werd hij raadpensionaris van Holland. Tevens was hij leider van de staatsgezinden en, in tegenstelling tot vele van zijn partijgenoten, onkreukbaar en onomkoopbaar. In zijn buitenlandse politiek zocht De Witt aansluiting bij Frankrijk en Engeland, zo nodig trachtend de een tegen de ander uit te spelen. In de Eerste Engelse Oorlog kon hij in 1654 slechts vrede met Engeland sluiten door de Akte van Seclusie, gevolg van de verbinding tussen Oranje en Stuart.

Deze akte verdedigde hij door zijn Deductie, waarin het tweede gedeelte een verdediging van de gewestelijke soevereiniteit is. Aangezien bij iedere nederlaag tegenover het buitenland de Stadhouderlijke Partij op verheffing van prins Willem III tot stadhouder zou aandringen, trachtte De Witt een vredespolitiek te voeren die uit hoofde van de macht van de Republiek onmogelijk was. In 1659, toen Karel X van Zweden door zijn actie in de Vierde Noordse Oorlog de Europese vrede in gevaar bracht, verenigde De Witt Engeland, Frankrijk en de Republiek in het Haags Concert. De Vrede van Kopenhagen (1660) tussen Denemarken en Zweden berustte voornamelijk op deze overeenkomst en versterkte De Witts Europese positie. De Tweede Engelse Oorlog was een bevestiging van De Witts bekwaamheid en macht, die zich ook nog toonde in de vorming van de Triple Alliantie (1668) tussen Engeland, Zweden en de Republiek, welk verbond Lodewijk XIV tot de Eerste Vrede van Aken (1668) dwong ( Devolutieoorlog). Toen echter na het Geheim Verdrag van Dover (1670), waarbij Frankrijk en Engeland tot een gezamenlijke oorlog tegen de Republiek besloten, de oorlog van 1672 uitbrak, betekende dit de ondergang van De Witt.

Tijdens De Witts ziekte, het gevolg van een op 21.6.1672 gepleegde aanslag, werd Willem III tot stadhouder verheven. De Witt vroeg en verkreeg op 4.8.1672 zijn ontslag. Op eis van Willem III werd echter het woord eervol uit de resolutie van de Staten geschrapt. De haat jegens de regenten ontlaadde zich tegen De Witt en toen hij Cornelis de Witt in de Gevangenpoort bezocht, werden zij beiden vermoord.De Witt was ook wiskundige: Elementa curvarum linearum (Elementen der kromme lijnen, 1659), en grondlegger van de verzekeringswiskunde: Waardye van Lyf-renten naar proportie van Los-renten (1671). Verder werkte hij mee aan Pieter de la Courts Interest van Holland. Uitgave: Brieven, aanvulling door R.

Fruin, uitgegeven door G.W. Kernkamp en N. Japikse (1906—22).

Litt. N. Japikse, Joh. de Witt (2e dr. 1928); P. Geyl, Oranje en Stuart (1939); J. en A. Romein, Joh. de Witt (in: Erflaters van onze beschaving, 1973); D. Schaap en T. van den Berg, Joh. de Witt (1972); J.C.

Boogman, De raison d’état-politicus Joh. de Witt (in: Bijdr. en Med. betr. de gesch. der Ned., 1975); H.H. Rowen, Joh. de Witt, grand pensionary of Holland (1977).

< >