v./m. (-en),
1. vlerk, vleugel; (fig.) op eigen wieken drijven, zelfstandig zijn; in zijn wiek geschoten zijn, gekwetst, gegriefd, beledigd zijn;
2. molenwiek;
3. stuk of dotje pluksel, watje; bundeltje vlas;
4. lemmet, pit van een lamp.
Gepubliceerd op 31-01-2022
betekenis & definitie
v./m. (-en),
1. vlerk, vleugel; (fig.) op eigen wieken drijven, zelfstandig zijn; in zijn wiek geschoten zijn, gekwetst, gegriefd, beledigd zijn;
2. molenwiek;
3. stuk of dotje pluksel, watje; bundeltje vlas;
4. lemmet, pit van een lamp.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: