Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Voorloper

betekenis & definitie

m. (-s),

1. voorbode: Johannes de Doper was de voorloper van Christus; hij die een latere beweging of stroming reeds aankondigt: de voorlopers van de romantiek;
2. (bosverzorging) boom die al ter plaatse groeide vóór met de boscultuur werd begonnen; boom die veel hoger gegroeid is dan zijn buren;
3. (jagersterm) voorpoot van een haas;
4. grote blokschaaf.