Wat is de betekenis van voorloper?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

voorloper

voorloper - Zelfstandignaamwoord 1. iets wat of iemand die eerder was 2. een type schaaf die gebruikt wordt voor houtbewerking Woordherkomst Naamwoord van handeling van voorlopen met het achtervoegsel -er

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

voorloper

voorloper - zelfstandig naamwoord uitspraak: voor-lo-per 1. iemand die een bepaalde ontwikkeling aankondigt ♢ Rietveld was de voorloper van de moderne architectuur Zelfstandig naamwoord: voor-lo-per de voorloper...

2024-04-19
Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Voorloper

zie: aanspreker.

2024-04-19
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

voorloper

voorloper - Bankschaven met een licht gebogen beitel, die worden gebruikt om de vlakke oppervlakken van ruwe planken te effenen.

2024-04-19
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

voorloper

(de, -s), (ook:) eerste bediener der begrafenissen, uitvaartleider. De dragers zijn er al. Ze wachten op de voorloper (Hijlaard 120). - Etym.: Deze functionaris loopt voor de baar. - Syn. krepsi.

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

voorloper

touleier, leier; voorbode; sien reiskaaf.

2024-04-19
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Voorloper

(bosb.) (1) Oudere exemplaren van de hoofdhoutsoort, die vooral in natuurlijke verjongingen reeds vóór de eigenlijke verjonging uit een vroegere zaadval zijn voortgekomen en in de verjonging zijn aangehouden. (2) Evenoude, doch sneller en forser gegroeide exemplaren in een aanplant, z.g. protsen.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Voorloper

s., foarrinder, foarboade.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)