[firma Voith, fabrikant; E.Schneider, ontwerper], m. (-s), voortstuwingsinrichting onder een schip, met een horizontaal geplaatste schijf, voorzien van een krans van naar beneden gerichte schoepen die tijdens het roteren van de schijf om hun langsas kantelen en het schip stuwen en sturen.
De koorde van de dwarsdoorsnede van een schoep van de Voith-Schneider-propeller staat steeds haaks op de richting naar een excentrisch gelegen punt van de roterende schijf. Wordt dit punt versteld, dan verandert de hoek waarover de schoep kantelt en daarmee verandert stuwkracht en -richting van de schoep. De schijf, en dus de motor kan met constante snelheid in één richting blijven draaien tijdens het manoeuvreren. De voortstuwingswerking kan nog verbeterd worden, door een gebogen (venturi-werking) beschermingsen ondersteuningsplaat onder de schoepen aan te brengen. De installatie wordt meestal onder het voorschip geplaatst, soms twee naast elkaar. In veerboten wordt er soms één onder het voorschip en één onder het achterschip geplaatst.
Ook is toepassing als een soort dwarsschroef onder het voorschip in combinatie met een scheepsschroef in het achterschip voorgekomen. De installatie is zeer geschikt voor sleepbotenj[o.a. kleine draaicirkel van het schip).
De ca. 1870 door de Engelsman Moody en de Amerikaan Fowler onafhankelijk van elkaar uitgevonden voorloper van de Voith-Schneider-propeller, kwam door zijn uiterst gering nuttig effect niet tot ontwikkeling. De Oostenrijkse ingenieur Ernst Schneider (*18.6.1894 Wenen(?), ♰1.6.1975 Wenen) ontdekte in 1925 dat een betere werking verkregen wordt als de normalen op de schoepprofielen door één punt gingen. Op 28.5.1926 sloot hij met de fabrikant J.M. Voith te Sankt Pölten een licentieverdrag. Na geslaagde proefnemingen (1927) werd een proefschip gebouwd (1929), waarna de eerste installaties op drie sleepboten volgden in 1931.
LITT. Voith-Forschung und Konstruktion, Heft 18 (1967).