Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Vlam

betekenis & definitie

v./m. (-men),

brandend gas dat opstijgt uit een vuur, of dat op zichzelf het zichtbare verbrandingsverschijnsel uitmaakt; de vlam sloeg in de pan, (ook fig.) een uitbarsting (van geweld, woede e.d.); in de vlammen omkomen; vlam vatten, ontbranden; alles in vuur en vlam zetten, in het vuur vernielen; (fig.) heftige beroering veroorzaken; vuur en vlam spuwen, vreselijk uitvaren; gevoel van hitte, al of niet gepaard met een hoogrode gelaatskleur: de vlammen slaan mij uit; gloed, hartstocht; geestdrift: in vuur en vlam zijn; iemands hart in vlam zetten; (meestal mv.) op een vlam lijkende tekening (patroon) in hout, marmer enz.: notehout heeft mooie vlammen; (ook) ornament en motief in de laatgotische bouwstijl (flamboyant). Een vlam bestaat uit een gas of mengsel van gassen dat bij verhoogde temperatuur met een ander gas (meestal zuurstof) onder ontwikkeling van warmte en meer of minder licht reageert (verbrandt). Het licht van vlammen is voornamelijk toe te schrijven aan gloeiende, vaste kooldeeltjes die in de vlam zweven. Deze kooldeeltjes worden afgescheiden bij de onvolledige verbranding van koolwaterstoffen. Door meer lucht (zuurstof) toe te voeren kan de vlam ‘kleurloos’ gemaakt worden; er vindt dan volledige verbranding plaats en er is alleen nog de (meestal blauwige) kleur van de gloeiende gassen zichtbaar. Bij de verbranding van b.v. hout wordt de geeloranje kleur van de vlam voor een deel veroorzaakt door in het hout aanwezige natriumzouten.

Voor het verkrijgen van andere kleuren (vuurwerk) kunnen andere metaalzouten worden gebruikt. Bij gasbranders ontstaat een gelaagde vlam. Vlak boven de opening van de brander bevindt zich een donkere zone met een temperatuur van ca. 300 °C (de binnenkegel).

Om deze kegel bevindt zich een smalle zone (de mantel), waarin grotendeels de eigenlijke verbranding plaatsvindt (temperaturen tot ca. 1800 °C). In de buitenste kegel vindt verdere verbranding plaats; bij een lichtgevende vlam bevinden zich in deze zone de gloeiende kooldeeltjes. Aan de buitenrand vindt volledige verbranding van de restanten plaats, dankzij een overmaat zuurstof uit de omgeving.