m. (-en),
1. persoon die haat en dat uit door woord en daad,
die opzettelijk een ander tracht te benadelen: zij zijn gezworen vijanden, zij haten elkaar; (zegsw.) zoiets gun ik mijn ergste niet, zo erg is het;
2. tegenstander: hij is een van werken; (coll.) het volk en de troepen van een staat waartegen men oorlog voert: de vijand verslaan;
3. (dierkunde) predator.