Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Vies

betekenis & definitie

bn. en bw. (viezer, -t),

1. vuil, onsmakelijk, walging veroorzakend: een vieze boel; een vieze vent; (ongunstig) seksueel of scatologisch getint: vieze praat;
2. vieze varkens worden niet vet, men moet niet te kieskeurig zijn; hij is daar niet van, daar houdt hij wel van; (gew.) uit zijn humeur; gemutst;
3. bw., lelijk, m.n. in: er bij zijn, gesnapt worden: als bw. van graad: vies bij, erg bijdehand, knap.