[eig. een door vier scharen, vier banken, ingesloten ruimte voor de rechters], v./m. (-scharen), (hist.) rechtbank, m.n. voor strafzaken; de vierschaar is gespannen, de rechters zijn gezeten; (thans alleen) de vierschaar spannen over, oordelen over.
De vierschaar werd eerst in de open lucht gehouden, later ondergebracht in een stadhuis (b.v. paleis op de Dam, Amsterdam). De vierschaar bleef bestaan tot de Franse tijd, daarna ontstonden aparte gerechtsgebouwen.
LITT. J.Mens, Oude raadhuizen (1960).