Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Vervallen

betekenis & definitie

I. ww. (verviel, is vervallen),

1. bouwvallig worden: dat huis begint te vervallen;
2. achteruitgaan: zijn zaken vervallen;
3. geraken: tot armoede vervallen;
4. overgaan: dat huis vervalt eens aan mij;
5. niet meer gelden, krachteloos worden: die bepaling is bij de nieuwe wet dat plan moet nu vervallen, kan niet uitgevoerd worden;
6. invorderbaar worden: er zijn reeds twee termijnen vervallen ;

II. bn. (-er, -st),

1. niet onderhouden, bouwvallig: een vervallen huis;
2. vermagerd, afgevallen: er vervallen uitzien;
3. niet meer geldig, verschenen.