Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Versterker

betekenis & definitie

m. (-s),

1. installatie waarmee men kleine vermogens of signalen zodanig opvoert, dat zij een groter vermogen resp. signaal opleveren;
2. stof die de werking van een andere vergroot.

In de moderne elektronika worden in versterkers hoofdzakelijk transistors toegepast, maar bij grote vermogens, zoals bij zenders, elektronenbuizen. In één chip wordt een complete versterker ondergebracht met de benodigde weerstanden, transistoren en andere componenten. Deze versterkers noemt men operationele versterkers of kortweg op. Zie amps.