(vermenigvuldigde, heeft en is vermenigvuldigd),
1. in aantal doen toenemen: een werk (door de drukpers) vermenigvuldigen, er afdrukken van maken, het uitgeven;
2. zich -, talrijker worden: de moeilijkheden vermenigvuldigen zich;
3. (rekenkunde) een getal zo dikwijls nemen als door een ander getal wordt aangewezen.