Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Validiteit

betekenis & definitie

[Fr.], v.,

1. geldigheid;
2. lichamelijke geschiktheid (voor de dienst).

De term validiteit wordt in het wetenschappelijk onderzoek in verschillende betekenissen gehanteerd. De begripsvaliditeit van een meetmethode (test, vragenlijst enz.) is de mate waarin die methode meet wat men ermee meten wil. Zo is een intelligentietest niet begripsvalide, als de items te veel op het geheugen gericht zijn. Beoordeling van de begripsvaliditeit van een methode blijft altijd enigszins subjectief. De predictieve validiteit van een meetmethode is de mate waarin de uitslag ervan correleert met een bepaald criterium, dus de mate waarin deze methode bruikbaar is als voorspeller. Dit speelt voornamelijk een rol in de psychologische testtheorie. Zo heeft een geschiktheidstest voor een bepaald beroep een hoge predictieve validiteit, als een groot percentage van degenen die hoog scoren, inderdaad op zijn plaats blijkt in dat beroep.

LITT. A.D.de Groot, Methodologie (1961); C. Selltiz, Research methods in social relations (1966);

R.W.Boesjes-Hommes, De geldige operationalisering van begrippen (1977).

< >