[Lat. uniformis, eenvormig],
I. bn.,
1. een-, gelijkvormig, algemeen geldig: een uniform tarief;
2. (wiskunde) gelijkmatig: uniform convergent, uniform continu;
II. zn., v./m./o. (-en), (mode) gelijke kledij, dracht voor een bepaalde categorie van personen, m.n. voor militairen.