Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Twintig

betekenis & definitie

Telw.,

1. hoofdtelw., tweemaal tien: viermaal vijf is twintig; hij is in de twintig, meer dan twintig jaar oud;
2. twintigen: twintig zaken of personen: wij waren met ons of met z’n twintigen; iets in twintigen verdelen;
3. rangtelw., twintigste: hoofdstuk twintig.