Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Trekken

betekenis & definitie

(trok, heeft en is getrokken),

1. voortbewegen: help eens trekken; aan de bel (nl. de knop ervan) trekken, bellen; meteen been trekken, het naslepen; (sport) het tempo erin brengen of bepalen; (fig.) dat kan Bruintje niet trekken, die uitgaven zijn mij te hoog, dat kan ik niet betalen;
2. naar (zich) toe halen: iemand het vel over de oren trekken, (fig.) hem veel te veel laten betalen; zich de haren uit het hoofd trekken, van spijt of ergernis; (biljarten) een bal trekken, een trekbal maken;
3. verwijderen, uitnemen, uit-of ophalen: een kaart trekken; een kies laten trekken; monsters trekken, nemen, uit de waar halen; nummers trekken, uit een bus enz. halen;
4. (vakterm) plukken, oogsten: vlas wortels trekken, uit de grond halen; (fig.) de wortel uit een getal trekken, berekenen;
5. een aftreksel maken: kruiden (laten) trekken ; thee laten trekken;
6. zuigen: aan een sigaar trekken; opgezogen worden: de inkt trekt in het papier, dringt erin;
7. regelmatig als zijn deel ontvangen: loon trekken ; rente van iets trekken; van de steun trekken, daarvan bijstand genieten;
8. een wissel op iemand trekken, afgeven, aan hem adresseren als door hem te betalen (aan een derde);
9. een les uit iets trekken, afleiden; een horoscoop trekken, opmaken; 10.onderhevig maken aan of doen overgaan in: iets in het belachelijke trekken;
11. de beschikking nemen of krijgen over: iets tot zich uit of van iets nut, partij, voordeel trekken;
12. gericht doen worden: iemands opmerkzaamheid trekken ; kijkers, kopers aanlokken, doen komen;
13. door kracht uit te oefenen vervaardigen: pijpen, buizen trekken;
14. planten trekken, ze vervroegd tot ontwikkeling of bloei brengen;
15. aantrekkingskracht uitoefenen: de natuur trekt;
16.door een stift, pen, potlood enz. over een oppervlak te bewegen doen ontstaan: een cirkel trekken ; de grens trekken, tekenen; (fig.) bepalen: een parallel trekken, (fig.) het overeenkomstige tussen verschillende zaken, personen of omstandigheden aanwijzen;
17. spierbewegingen maken: rimpels in het voorhoofd trekken -; gezichten grimassen maken;
18. een tocht maken in gedeelten: zij trokken te voet door Brabant en Limburg; reizen en -; ten strijde trekken, ook fig.; in, uit een huis trekken, er gaan wonen, resp. eruit verhuizen; de bui trekt naar het westen;
1 9. tochten: het trekt hier; trek vertonen: de kachel trekt goed;
20. samentrekken, buigen: het hout trekt krom; onregelmatig krimpen: het houtwerk trekt.

TECHNIEK

Metaaldraad met een middellijn 6 mm wordt door trekken op de gewenste dikte gebracht. Het beginstuk van het te bewerken draadmateriaal wordt vooraf dunner gemaakt, door een trekplaat gestoken en op een roterende trommel vastgemaakt. Wanneer de dikke draad door de opening wordt getrokken, oefent de trekplaat zo’n grote kracht op het draadmateriaal uit, dat de vloeigrens ervan wordt overschreden. Het metaal gaat dan plastisch vervormen en neemt de vorm van het gat in de trekplaat aan. De verkleining van de middellijn na één trek is ca. 10 %, zodat meestal door verscheidene trekplaten getrokken moet worden om op de vereiste maat te komen (afb. kabel).

Door het trekken wordt de draad hard en bros, zodat uitgloeien tijdens de bewerking noodzakelijk is. Om vreten tussen het te trekken materiaal en de trekplaat te voorkomen wordt de draad met vet gesmeerd. Staaldraad wordt zelfs vóór het trekken, door onderdompeling in een aangezuurde kopersulfaatoplossing, met een dun laagje koper overtrokken. buis.