Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Tiel

betekenis & definitie

Ned. gemeente in de prov. Gelderland, 32,49 km2, 28.350 inw., 41% n.h., 31% r.k., 9% overige, 19% g. kerkg.

Behalve de stad Tiel omvat de gemeente het dorp Drumpt. Naast regionaal verzorgingscentrum voor een groot deel van het rivierenland is Tiel, mede door zijn gunstige verkeersligging, een belangrijke industrieplaats met o.m. een glasfabriek, beton-, meubel-, metaalwarenindustrie, chemische en fruitverwerkende industrie. Verder zijn er belangrijke fruit- en groenteveilingen. Bezienswaardig zijn de ten dele bewaarde singelgrachten om de oude stadskern, met resten van middeleeuwse ommuring, het 16e-eeuwse ambtmanshuis (thans Poldershuis van de Tielerwaard), de Grote kerk of Sint-Maartenskerk (15e eeuw), de Kleine kerk of Sint-Ceciliakerk, gotische kloosterkapel, woonhuizen uit de 16e-19e eeuw. Per 1.1.1978 is Tiel vergroot met delen van de gemeenten Zoelen en Ophemert.

GESCHIEDENIS

Tiel ontstond in de 9e eeuw, nam de commerciële functie van Dorestad over en werd vooral van belang voor de verbinding tussen het Rijnland en Engeland. Ca. 1200 werd Tiel overvleugeld door Dordrecht. In de 14e eeuw leed de stad sterk onder de interne strijd in de Gelderse hertogendynastie.