Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Tal

betekenis & definitie

o.,

1. aantal, hoeveelheid: de veestapel werd op kleiner tal gebracht; in tal, wat de hoeveelheid betreft, in aantal: zonder tal, niet te tellen;
2. m.n. grote hoeveelheid: tal van voorbeelden:
3. voordracht voor een functie, gewoonlijk twaalf, zes of drie: op het staan, zetten;
4. een bepaalde hoeveelheid of gewicht: een tal haringen, 200 stuks (in een mand); een tal eieren, 104 (eig. 100 + 4 voor mogelijke beschadiging).