m. (-s),
1. iemand die schiet; persoon die goed kan schieten: deze jager is een goed schutter;
2. (vero.) iemand die deel uitmaakte van een uit burgers bestaand plaatselijk verdedigingskorps, een schutterij: daar komen de schutters; oneig. in de verb. een rare, vreemde schutter, een wonderlijk persoon;
3. iemand die deel uitmaakt van een schietvereniging.