Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Schaduw

betekenis & definitie

v./m. (-en),

deel van de of een ruimte waarbinnen de van de lichtbron afkomstige, als rechte lijnen gedachte lichtstralen slechts gedeeltelijk doordringen: de verdeling van licht en schaduw; iets of iemand in de schaduw stellen, die persoon of zaak door zijn verrichtingen of in belangrijkheid overtreffen;

(schilderkunst) getekende of geschilderde schaduw: die schilder weet licht en schaduw goed aan te brengen; (fig.) iets dat een persoon of zaak in een minder gunstig licht stelt: dat werpt een donkere schaduw op zijn karakter; donkere vorm waarin een (ondoorzichtig) lichaam zich door het onderscheppen van de lichtstralen op de bodem of op een achtergrond aftekent; de schaduwen worden langer, het wordt later op de middag; (fig.) hij kan niet in zijn schaduw staan, is verreweg zijn mindere; beschutting die een lichaam tegen het licht en tevens tegen de warmte van de zon geeft; plaats waar beschutting tegen de zon is: de bomen geven nog niet veel schaduw;

iets dat geheel of grotendeels de kracht of waarde mist van wat het moet voorstellen of oorspronkelijk geweest is, zwak beeld: hij is een schaduw van wat hij was; er blijft mij geen schaduw van hoop over, geen zweem, in het geheel geen hoop; (onheilspellend) voorteken; komende gebeurtenissen werpen hun schaduw vooruit.

Men onderscheidt de kernschaduw, waarbinnen in het geheel geen lichtstralen kunnen komen, en de halfschaduw, of bijschaduw, waar nog een deel der lichtstralen van de bron kunnen doordringen. Dit laatste deel ontbreekt bij een puntvormige lichtbron, althans wanneer buigingsverschijnselen verwaarloosd kunnen worden.