[Gr. sauros, hagedis, ischium, zitbeen], uitgestorven orde der reptielen, die in het Mesozoïcum een grote vormenrijkdom ontwikkelde (Dinosauria). Er zijn twee onderorden, de Theropoda en de Sauropoda.
Beide werden gekenmerkt door een driestralig bekken. De Theropoda waren actieve, rechtop lopende vleeseters, b.v. de Tyrannosaurus rex, die een grootte van 20 m bereikte en een schedel van 1,5 m lengte had. De Sauropoda omvatten een aantal planteneters die vaak zeer groot werden en daardoor niet meer in staat rechtop te lopen. Een bekende vorm is ->Diplodocus.Extreem grote vormen als ->Brachiosaurus (geschat gewicht ca. 80000 kg) zullen min of meer gedwongen zijn geweest grotendeels onder water te leven om het gewicht te compenseren.