de zesde en op een na grootste planeet van het planetenstelsel. Saturnus is vooral bekend om de ring om de planeet, gelegen in het vlak waarin ook de banen van de Saturnusmanen liggen.
Deze ring is zo vlak en dun dat hij onzichtbaar wordt als hij recht naar de aarde wijst. Bij nadere beschouwing blijkt de ring te bestaan uit een aantal concentrische ringen met een grootste middellijn van 275000 km. De ringen zijn gelegen binnen de Roche-limiet van Saturnus en bestaan vermoedelijk uit stukjes ijs. In de kijker vertoont het oppervlak van Saturnus strepen evenwijdig aan de equator. Dit oppervlak is vermoedelijk slechts een wolkendek en er bestaat geen echt oppervlak (net als bij Jupiter). De wolken bestaan uit methaan en ammoniak.
Saturnus heeft tien bekende manen, van binnen naar buiten: Janus, Mimas, Enceladus, Tethys, Dione, Rhea, Titan, Hyperion, Japetus en Phoebe (teruglopend). De ruimtesonde Pionier II heeft in aug. 1979 een elfde maan ontdekt. Titan heeft als enige satelliet in het planetenstelsel een atmosfeer, die vermoedelijk bestaat uit methaan. De vijf binnenste manen kaatsen het licht zo goed terug, dat men aanneemt dat zij bedekt zijn met rijp of zelfs geheel uit ijs bestaan.
