Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

raar

betekenis & definitie

bn. en bw. (-der, -st),

1. (gew.) schaars, zeldzaam: die soorten van glas worden raar;
2. zonderling, vreemd, wonderlijk: het is een rare kerel, een zonderling, iemand met veel eigenaardigheden; raar, maar waar; hij kan soms zo raar doen, zich zo vreemd gedragen; (ook) net doen alsof hij krankzinnig is; doe nu niet zo raar, handel en spreek nu eens verstandig; daar zul je raar van opkijken, rare ogen van opzetten, dat zul je niet verwacht hebben (meestal in onaangename zin); (zegsw.) een kat in nood doet rare sprongen; Onze-Lieve-Heer heeft rare kostgangers;
3. geestelijk afwijkend, niet goed wijs: ze was zo raar geweest in de laatste tijd;
4. draaierig, misselijk: ik word zo raar.