Ned. droogmakerij in de prov. Noord-Holland, ten oosten van het Noordhollands Kanaal tussen Purmerend en Edam, ontstaan door droogmalen van de gelijknamige laagveenplas in 1622, ca. 27,50 km2, peil 4,18 m -NAP voor de Kleine Polder, 4,53 m -NAP voor de grote Polder en 4,43 m -NAP voor de Gecombineerde Westerpolders.
De bodem bestaat bijna geheel uit oude zeeklei en wordt gebruikt als grasland (veeteelt). De Purmer wordt omgeven door een ringvaart, die tot de Schermerboezem behoort.