[Fr.], v.,
1. spijs van door een zeef geperste of gewreven gaargekookte aardappelen, peulvruchten, tomaten enz.;
2. (fig.) in de uitdrukking: een auto in de puree rijden, in de prak, totaal kapot rijden; in de narigheid: in de puree zitten, ook voor: in angst zitten.