Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

pui

betekenis & definitie

[Fr.], v./m. (-en),

1. bordes of stoep, soms rustend op pilaren, soms een massief stenen bouwsel, voor een stadhuis van waar af men eertijds de besluiten, verordeningen enz., voorlas: van de pui iets verkondigen;
2. stoep of bordes voor een paleis of groot herenhuis;
3. (vero.) dwarsbalk in een gevel waarop het bovenste deel van een gevel rust; thans puibalk;
4. onderste deel van een gevel: de pui is geheel vernieuwd;
5. gevel: een artistiek puitje;
6. wand van hout of glas, veelal in een kerk ter beschutting tegen tocht of kou; winkelpui.