[Lat.], voor,
I. bw.: wie voelt er iets voor de bioscoop? ik ben pro!; in verbinding met aardrijkskunde en andere bn. en zn., om een gezindheid ten gunste van het genoemde land, die partij enz. aan te duiden: pro-Engels, pro-Amerikaans, procommunistisch enz.
II. zelfst.,
1. het en het contra horen, horen wat voor en wat tegen (iets of iemand) te zeggen is;
2. v./m. (-’s), iemand die pro is, die iets steunt; tijdens de Duitse bezetting m.n. zij die proDuits waren; in. vz., in enkele vaste, deels zuiver Latijnse verbindingen; Deo, om Gods wil, om niet, gratis; m.n. met betrekking tot de kosteloze rechtsbijstand aan minvermogenden; domo, voor eigen zaak, in zijn eigen belang; pro forma, voor de vorm; memorie, ter gedachtenis; om eraan te denken, voorlopig: een post pro memorie uittrekken; patria, voor het vaderland; rata, ieder naar zijn aandeel; saldo, tot sluiting van de rekening, ook fig.