(praktizeerde, heeft gepraktizeerd),
1. als advocaat, notaris, arts een praktijk uitoefenen: hij praktizeert niet meer; het tegenwoordig deelw. als bn.: eenpraktizerend arts;
2. zijn kerkelijke plichten vervullen: een praktizerend katholiek.
Gepubliceerd op 13-12-2021
betekenis & definitie
(praktizeerde, heeft gepraktizeerd),
1. als advocaat, notaris, arts een praktijk uitoefenen: hij praktizeert niet meer; het tegenwoordig deelw. als bn.: eenpraktizerend arts;
2. zijn kerkelijke plichten vervullen: een praktizerend katholiek.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: