m. (mv.), Plathelminthes, een fylum van wormachtige dieren.
Er zijn ca. 15000 soorten platwormen beschreven, maar jaarlijks worden nog veel nieuwe soorten ontdekt. Het fylum is verdeeld in een viertal klassen: Turbellaria (trilhaarwormen), Cestoda (lintwormen), Trematoda (of Digenea, zuigwormen) en Monogenea. De laatste twee klassen werden vroeger als één groep beschouwd en samengevat onder de naam zuigwormen. De meeste soorten zijn afgeplat en kort, met uitzondering van de lintwormen die een grote lengte kunnen bereiken. Hun algemene lichaamsbouw doet nogal primitief aan. Zo hebben zij geen anus en geen bloedvatenstelsel.
De ruimte tussen de organen is opgevuld met vulweefsel (mesenchym), er is dus geen coeloom (secundaire lichaamsholte) zoals bij alle hogere dieren. Ook het zenuwstelsel is primitief, al is er wel sprake van concentratie van zenuwweefsel tot eenvoudige hersenen. De talrijke soorten van trilhaarwormen, waarvan de meeste microscopisch klein zijn, komen vrijlevend voor in zee en in zoet water. De andere groepen leven parasitair, de Trematoda en Cestoda als inwendige parasieten in gewervelde dieren, de Monogenea als uitwendige parasieten op vissen.