v. (-n), (ook: asteroïde), klein hemellichaam dat zich in een baan rond de zon beweegt.
Planetoïden zijn, enige uitzonderingen daargelaten (Vesta, Ceres en Eros), ook in oppositie zeer lichtzwakke objecten, niet helderder dan van de 10e of 11e grootte, en niet met het blote oog zichtbaar. De eerste planetoïde (Ceres) werd dan ook pas in 1801 ontdekt door Piazzi, gevolgd door Pallas (Olbers, 1802), Juno (Harding, 1804) en Vesta (Olbers, 1807). Pas in 1845-47 werden de volgende gevonden en sindsdien worden er jaarlijks nieuwe ontdekt. Sinds 1891 gebruikt men vooral foto’s bij de opsporing, de planetoïden verplaatsen zich ten opzichte van de verdere even heldere sterren en vallen daardoor op. Er zijn meer dan 2000 planetoïden bekend, waarvan sommige in planetoïdenfamilies voorkomen, b.v. de Trojanen, twee groepen planetoïden die de baan van Jupiter volgen, de ene groep 60° voor, de andere 60° achter Jupiter. Planetoïden zijn klein; de grootste hebben een middellijn van 200-800 km. De gezamenlijke massa van alle planetoïden wordt op niet meer dan 10 maanmassa’s geschat.
De banen van de planetoïden lopen sterk uiteen, maar vallen grotendeels tussen die van Mars en die van Jupiter, met een gemiddelde afstand tot de zon van 2,8 AE (de zgn. asteroïdengordel). Sommige banen komen binnen de Mercuriusbaan (Icarus), andere buiten de Jupiterbaan (Hidalgo). Een aantal planetoïdebanen snijdt de aardbaan. Het is niet onmogelijk, maar wel zeer onwaarschijnlijk, dat er een botsing tussen de aarde en een planetoïde plaatsvindt. De Sichot-Alinsk meteoriet van 12.2.1947 had een massa van ca. 5 ton en een middellijn van ca. 24 m, gezien zijn baan was dit waarschijnlijk een planetoïde en heeft er die dag een botsing plaatsgevonden.
De onderstelling dat de planetoïden vroeger een grote later uiteengevallen planeet gevormd hebben, is onhoudbaar. Tijdens de vorming van het planetenstelsel hebben de planetesimalen in dit gebied zich door de storende werking van Jupiter niet kunnen verenigen tot een planeet. Het aantal planetoïden is waarschijnlijk wel kleiner geweest, door onderlinge botsingen is het aantal toegenomen.