Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

pieterman

betekenis & definitie

m. (-nen),

1. Trachinus, een vissengeslacht uit de familie pietermannen (orde baarsvormigen);
2. (gemeenz.) gulden. Het geslacht Trachinus telt 4 soorten, waarvan 2 langs de Ned.-Belg. kust voorkomen: de grote pieterman (T. draco) en de kleine pieterman (T. vipera). Beide soorten zijn gekenmerkt door een kleine stekelige rugvin en lange tweede rugen aarsvin, en doordat de buikvinnen vóór de borstvinnen zijn geplaatst; verder door een korte snuit, steile bek, en omhooggerichte ogen. De grote pieterman, tot bijna 50 cm, vertoont fraaie blauwe en gele, schuine dwarsbanden; de kleine pieterman, die zelden een lengte van 20 cm bereikt, is bruinig van kleur. Beide bewonen de kustzeeën van Noorwegen tot Marokko en de Middellandse Zee, en worden gevreesd door het bezit van giftige stekels in de rugvin en op de kieuwdeksels.

< >