Wat is de betekenis van pieterman?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

pieterman

1) (14e eeuw) ( eig. munt waarop St-Petrus staat afgebeeld) (Barg.) gulden. 'Pietermannen bezitten': rijk zijn. Reeds bij Köster Henke (1906). • Hij had o. m. eenige dravertjes gepeesd (fietsen gestolen) en die verpeisd (verkocht) bij een Beisko (opkooper); voor één had hij een pieterman (f7), voor eene tweede een mattenklop...

2024-04-25
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

pieterman

Poonachtige zoutwaterrondvis. Hij wordt tot de stekelachtige vissoorten gerekend.

2024-04-25
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

pieterman

(oorspr. een munt met de afbeelding van St. Pieter), gulden: Se had ’r ’n poar pietirmanne mit naaiwerrik baai geskarrild, SMIS4 330.

2024-04-25
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

pieterman

Mannelijk lid. Vooral kindertaal en meestal in de verkleinvorm. Het WNT citeert o.a. C. Gallitalo (‘Alle de geestige Werken van Francois Rabelais’. Uyt het Fransch vertaelt. 1682). Of hij bond je vast op de keukentafel met nylon koorden en bevestigde elektroden aan je boorzalfdoosje of je pietermannetje en schakelde de stroom in en uit. Remco C...

2024-04-25
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Pieterman

De eigennaam Pieter is afkomstig uit Petrus. De Latijnse e is bij ons dikwijls ie geworden. Dat bewijzen woorden als: brief uit breve (libellum) en spiegel uit speculum. De overname in de vorm Peter stamt uit een andere periode. Het woord pieterman kennen wij in verschillende betekenissen. In de eerste plaats als vriendelijke benaming van een kind,...

2024-04-25
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

PIETERMAN

(Fr.: flint). Zeevis. Aan de Fr. kust twee soorten bekend, nl. grote en kleine P.

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Pieterman

(Barg.) gulden,

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Pieterman

s.; (vis), flint.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pieterman

m. (-s), 1. liefkozende benaming voor iem. die Pieter heet; 2. zeevis (Trachinus) uit de groep der baarsachtigen, bekend om zijn stekels die zeer pijnlijke wonden veroorzaken; 3. (gemeenz.) gulden; 4. (gew.) pietermannetje, woutermannetje, lat om kastplanken op te leggen.